2 Limburgen, 1 Europese topregio

18.02.2021 | # # # # # 
Deel dit bericht

Zo ver als het pleidooi van Peter de Keyzer om Vlaanderen te laten aansluiten bij Nederland (De Tijd, 28 augustus 2020), gaat deze bijdrage niet. Dat er echter voor Belgisch-Limburg opportuniteiten liggen in een intensievere samenwerking met Nederlands-Limburg is voor mij zonneklaar en een stelling die ik met een uitgebreide argumentatie in dit stuk verdedig.

Het zal dit jaar twaalf jaar geleden zijn dat het Limburgcharter “Oost West, Limburg Best” werd ondertekend. Het charter was een formele blijkgeving van het geloof in de collectieve kracht van beide Limburgen. De inter-limburgse grens doorkruist diverse landschappen met natuurhotspots en 2 provincies die het hoogste cultuurgoed van een volk delen: de taal.

“De maatschappelijke oriëntatie is vandaag te sterk gericht op de Randstad, respectievelijk de Vlaamse Ruit. Deze instelling moeten we omdenken.”

De maatschappelijke oriëntatie is vandaag te sterk gericht op de Randstad, respectievelijk de Vlaamse Ruit (Gent, Antwerpen, Leuven, Brussel). Deze instelling moeten we omdenken. Bij een sterkere samenwerking tussen beide provincies, zouden we – gelet op de huidige gezondheidscrisis en de uitdagingen die hierdoor op scherp worden gesteld – wel varen. De meerwaarde van een sterkere samenwerking situeert zich volgens mij op 3 schaalniveaus.

  1. Lokaal
    Een nauwe samenwerking met Nederlands-Limburg biedt kansen om beter tegemoet te komen aan de socio-economische noden van de grensgemeenten, niet enkel maar zeker ook in crisissituaties. Wanneer we de krachten bundelen, kunnen we erin slagen om de levendigheid én de leefbaarheid van Limburgse gemeenten te verhogen.  Met de grensoverschrijdende woonmonitor, die in 2007 werd gelanceerd, werd bijvoorbeeld informatie over de beide Limburgse woonmarkten gedeeld, op basis waarvan lokale besturen hun toekomstige ruimtelijke planvorming gericht konden uitstippelen.
  2. Regionaal
    Het mobiliteits- en gezondheidsvraagstuk stoppen niet aan de provinciegrenzen. Nochtans zijn de middelen die bijvoorbeeld voor grensoverschrijdend personenvervoer beschikbaar worden gesteld peanuts. Via een intensivering van de transprovinciale coöperatie rond de randvoorwaarden zoals een goede ontsluiting en verbinding, kunnen we de regionale recreatieve en retail-clusters alsook de bedrijvige hotspots in beide Limburgen versterken. Zelf zet ik ook in de toekomst mijn schouders onder de verdere uitrol van het vijfpuntenplan, waarin beide Limburgen zich engageerden tot een structurele samenwerking op het vlak van toeristische promotie.
  3. Europees
    Het geheel van beide Limburgen is groter dan de som der delen. Ook op Europese schaal geeft een gezamenlijk optreden van beide Limburg een boost aan beide provincies afzonderlijk. Het samenwerkingsverband Euregio Maas-Rijn zorgt voor een krachtig optreden naar Europa toe. Dankzij een gedragen gebiedsgerichte aanpak stromen middelen uit o.a. het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) richting Limburg. Deze ondersteuning vanuit Europa is vitaal voor de verdere ontwikkeling van een cultureel aantrekkelijke, leefbare en economisch veerkrachtige regio.

    2 Limburgen, 1 regio waar het goed is om te studeren, te werken, te wonen en te recreëren. Laten we samen investeren, in data en kennisgedreven beleid om meer impact te genereren op het terrein van:

    • Vrijetijdseconomie. De economie van de vrijetijd is letterlijk grenzeloos en wordt gestuwd door een gedeeld mijnverleden, natuurbeleving, culturele en leisure trekpleisters.
    • Logistiek. Beide Limburgen zijn logistieke bakens binnen Europa. Initiatieven zoals ‘Logisitek Leren zonder Grenzen’ bewijzen dat we samen onze logistieke rol future proof maken en competitief blijven.
    • Stedenbeleid. De concurrentie onder steden speelt zich af op het internationale toneel. Met het concept van de stad Limburg en voorbij het navelstaren, bouwen we samen aan authentieke steden van wereldallure.
    • Kleine landschapselementen zijn voor beide provincies landschapsbepalend. De keerzijde van de intensivering van de landbouw, de toegenomen verstedelijking en ruilverkavelingen is de landschappelijke verarming. Samen moeten we de schouders zetten onder een modern, kwalitatief en leefbaar plattelandsbeleid.

    De Vlaamse oefening van de regiovorming – waarbij Vlaanderen zal onderverdeeld worden in naar verwachting 13 referentieregio’s – zal ongetwijfeld een impact hebben op de interprovinciale samenwerking tussen beide Limburgen. Een extra reden om te Limbruggen en het potentieel van transprovinciale samenwerking optimaal te ontginnen! Met een kritische herlezing van het Limburgcharter tegen de achtergrond van de actualiteit door personen uit een breed maatschappelijk veld, zoals voorgesteld door het Algemeen-Nederlands Verbond regio beide Limburgen kan hiervoor het startschot worden gegeven.

    Dat 2021 niet enkel voor de Limburgse wijnen maar ook voor de samenwerking tussen beide provincies een grand cru jaar mag worden.

    Heeft u een mening over dit thema? Dan nodig ik u graag uit deze met mij te delen via kabinet.philtjens@limburg.be