Collectie industrieel erfgoed van de provincie Limburg krijgt nieuwe eigenaars

05.12.2017 | # # # # # 
Deel dit bericht

Industrieel erfgoed

In de jaren 1980 legde het provinciebestuur een collectie industrieel erfgoed aan met de bedoeling een Provinciaal Museum voor Industrieel Erfgoed op te richten. De bestendige deputatie heeft nu beslist om van die stukken de meest waardevolle te schenken aan nieuwe eigenaars. Zo willen we ervoor zorgen dat dit industrieel erfgoed terechtkomt op een plek waar het in ere gehouden kan worden én waar het publiek het nog kan bezichtigen.

Toestand en zeldzaamheid van collectie industrieel erfgoed geëvalueerd

In de jaren 1980 legde het provinciebestuur een collectie industrieel erfgoed aan met de bedoeling een Provinciaal Museum voor Industrieel Erfgoed op te richten. Na onderzoek werd er afgezien van het plan om het museum op te richten en werden enkele stukken al weggeschonken. Een kraanwagen uit 1944 gingen naar de Collectie Mahy (Automuseum in Brussel) toegevoegd. Andere, kleinere stukken werden toegevoegd aan andere relevante collecties zoals die van het Mijnmuseum in Beringen en Bokriijk. De grote stukken bleven bewaard op de mijnsite in Beringen.

Bij de huidige restauratie- en verbouwingswerken op de Beringse mijnsite, moesten de stukken verhuizen naar Genk en is er beslist op zoek te gaan naar een nieuwe en definitieve eindbestemming voor de meest waardevolle resterende stukken.

Het ging concreet nog om 6 stukken, met name een brandstofmotor (Carels) en een ASEA-dynamo, aangekocht van een stroopfabriek in Borgloon; projectoren afkomstig uit het toenmalige provinciaal Centrum voor Volkscultuur in Koersel (nu het cultuurcentrum Casino in Beringen); een stoommachine uit de drukkerij ‘La Belgica’ in Turnhout; een compressor afkomstig van de N.V. Intercom in Brussel en een waterrad waarvan de oorsprong onbekend is.

Nieuwe bestemming voor de meeste stukken  

Expertisebureau ETWIE evalueerde de objecten, installaties en machines op toestand, zeldzaamheid en representatie. Uit het rapport bleek dat deze overgebleven collectiestukken allemaal te waardevol zijn om zonder meer weg te doen. Voor alle stukken werd dan ook een nieuwe eigenaar gezocht die de stukken kan opnemen in zijn collectie en ze kan presenteren.

Voor de hand liggende keuze

Voor enkele objecten lag de keuze voor de hand. Zo zullen de brandstofmotor en de dynamo worden opgesteld in de gerestaureerde stroopfabriek van Borgloon. De projectoren gaan terug naar hun oorspronkelijke plek, het Casino in Beringen.

Enkele voorwaarden

Voor de overige stukken werd er een open oproep gelanceerd. Gegadigden konden zich tot 31 juli 2017 kandidaat stellen. Om in aanmerking te komen moest de toekomstige nieuwe eigenaar kunnen garanderen dat de stukken regelmatig toegankelijk zullen zijn voor het publiek, dat ze geïntegreerd worden in een erfgoedcontext en dat ze ook op langere termijn correct worden onderhouden en niet worden doorverkocht. En we wilden dit erfgoed bij voorkeur ook in Limburg houden.

De oproep leverde enkele kandidaat-eigenaars op.

Jammer genoeg zag geen kandidaat uit Belgisch Limburg het haalbaar om de stoommachine en de compressor naar behoren te bewaren en te presenteren. Landgoed Broekmolen in Stamproy (NL), vlak bij de Belgisch-Nederlandse grens, is wel bereid en in staat om de compressor, de stoommachine en de losse onderdelen uit de verzameling toe te voegen aan zijn collectie en te ontsluiten. De stoommachine wordt er alvast gerestaureerd en hopelijk, zoals enkele andere antieke motoren in die collectie, opnieuw in bedrijf gesteld.

Voor het waterrad was er oorspronkelijk veel interesse, maar de kandidaten haakten af, enerzijds omdat de restauratiekosten te hoog zullen liggen en anderzijds omdat de molen geen standaardafmetingen heeft en dus niet vlot in een andere installatie in te passen is. Dit rad zal bijgevolg geen erfgoedbestemming krijgen, maar wordt gerecycleerd.

Belangrijke erfgoedwaarde

We zijn tevreden met dit scenario. De meeste stukken uit de collectie hadden duidelijk een belangrijke erfgoedwaarde. Nu wordt ook dit industrieel erfgoed ontsloten voor het brede publiek.