Tweede jeugd voor Fietsroutenetwerk

19.10.2013 | # # # # # # 
Deel dit bericht
fietsroutenetwerk Limburg

“Het fietsroutenetwerk is onze belangrijkste toeristische attractie. In 1995 waren we de pioniers, nu is het wereldwijd gekopieerd. Hoog tijd om het beter te maken als we hét fietsparadijs willen blijven.” En zo slaan gedeputeerde Igor Philtjens en Hugo Bollen, vader van het fietsroutenetwerk, de handen in elkaar.

Die tweede jeugd voor het 18 jaar oude Limburgse fietsroutenetwerk start vandaag. Idee: voeg belevingswaarde toe. Daar kan elke Limburger aan meedoen door een foto van zijn favoriete plek in zijn gemeente up te loaden op de website van Toerisme Limburg. “Op de website staan nu al, in samenwerking met de 44 gemeenten, 44 voorgeselecteerde plekjes. Eén per gemeente. Dat zijn de zogezegde officiële kandidaten”, legt Igor Philtjens uit. “Maar elke Limburger kan er zijn of haar plekje aan toevoegen. Wie aan het eind van de rit, op 30 november, de meeste likes verzamelt, wint. Die twee miljoen fietsers per jaar op ons fietsroutenetwerk kunnen zo 44 keer een leuk extraatje meepikken. Op die manier kan elke Limburger ambassadeur worden van het fietsroutenetwerk en hij of zij kan er ook iets mee winnen.”

Niet muggenziften

Enige beperking: dat favoriete plekje, dat dan ook mee bewegwijzerd en te zien zal zijn op de populaire fietskaart, mag maximaal 100 meter verwijderd zijn van het fietsroutenetwerk. “Al zullen we niet muggenziften”, zegt Philtjens. “Als het 110 meter van het traject ligt, maar het is wel een droom van een plek, dan kan dat ook. Al moet het geen 5 km ervandaan liggen.” U mag één keer raden wie de eer kreeg om als eerste Limburger zijn favoriete plekje voor te dragen. Hugo Bollen (67) uit As, gewezen ingenieur van de mijn in Eisden en met Zepperense roots, stelt het Heiderbos voor. “Wedden dat als je aan honderd mensen uit As vraagt wat het Heiderbos is er 70 niet kunnen antwoorden? En toch hebben we hier iets wat ze nergens anders meer hebben.”
Bollen stopt in de hei bij enkele jeneverbesstruiken, ook al über-Limburgse flora. “Zo’n bosjes van jeneverbes vind je nergens in Limburg, zelfs niet in België. Alleen As heeft ze nog. Dat moeten we koesteren.” En zo is natuurliefhebber Hugo Bollen weer bij de kern van de zaak waarmee het begin jaren negentig allemaal startte: “De mijnen gingen dicht, het was de tijd van de reconversie. Er was vooral veel aandacht voor grootschalige dingen, zoals het Fenix-project. Maar als natuurliefhebber zocht ik een tegengewicht. Met als startkapitaal onze Limburgse natuur. Hoe konden we daarvan iets succesvols maken dat ook interessant was voor onze economie? Zo is het fietsroutenetwerk geboren.” Twee miljoen fietsers per jaar op ons fietsroutenetwerk geven hem geen ongelijk.

Landmarks

Er gaat nog meer gebeuren tijdens die verjongings- en verbeteringskuur van Limburgs fietsnetwerk. Philtjens heeft het over een ABC. “We gaan niet uitbreiden, we gaan verbeteren. Autoluw, of als het kan, zelfs autovrij maken. Waar mogelijk tenminste. Dat is de A. De B is die van beleving. Dat zijn onze 44 toegevoegde favoriete plekjes.. Met 1,5 miljoen SALK-middelen wil ik ook landmarks creëren langs het fietsroutenetwerk. Met onder meer een aantal uitkijktorens en een aantal kunstzinnige projecten met creatievelingen langs de trajecten. Maar pin me nu niet vast op een bepaald aantal of op namen.”
En de C? “Die is van comfort. Dat komt neer op een goed onderhoud van het netwerk. We hebben nu al twee onderhoudsploegen die permanent onderweg zijn en we hebben een samenwerkingsovereenkomst met alle Limburgse gemeenten. Dat subsidiereglement zullen we handhaven. Het doel is meer kwaliteit en authenticiteit.” Philtjens neemt een bedrijfsterm in de mond: “Ons fietsroutenetwerk moet weer de USP worden voor Limburg, onze unique selling proposition.”

Lees het artikel in de krant (.pdf)