De eerste 25 Limburgse verhalen over Wereldoorlog I

30.08.2013 | # # # # 
Deel dit bericht
oorlogsverhalen

Het Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed heeft de eerste 25 Limburgse verhalen over Wereldoorlog I, die zijn opgetekend op de recente Collectiedag in Hasselt, gebundeld. “De provincie Limburg schrijft mee aan de geschiedenis van de Eerste Wereldoorlog”, aldus gedeputeerde van Cultuur, Erfgoed en Toerisme Igor Philtjens. De verzamelde stukken worden in het kader van het project Europeana 1914-1918 opgenomen in een centrale Europese databank.

Een greep uit de bijzondere WO I-verhalen:

  1. Op 28 augustus 1918 schrijft Hubert Cleuren een ‘afscheidsbrief’ naar huis. De brief zou pas verstuurd worden als Hubert zou sneuvelen. Dit soort brieven was gebruikelijk vlak voor een belangrijke aanval of groot offensief. Mocht de soldaat in kwestie sneuvelen, dan hadden de nabestaanden tenminste nog een laatste afscheidswoord. Hubert is gemotiveerd: “Dees keer ik ben er zeeker van zal hij klop krijgen en eer er vier maand om zijn zal België bevrijd zijn, ik zal het misschien niet meer zien want het zal eene verschrikkelijke aanval zijn.” Het blijken profetische woorden: vier maanden later is België inderdaad bevrijd. Hubert overleeft de aanval.
  2. Op 26 november 1916 liet de Duitse Militaire Overheid oproepen dat alle meldingsplichtigen tussen 17 en 55 jaar oud zich op 2 december moesten melden aan de Herkenrodekazerne. Louis Feytons uit Runkst werd als gedwongen arbeider naar Duitsland gedeporteerd. Hij kwam terecht in het Himmelmoor bij Quickborn (Hamburg) om turf te steken. Overdag werkten ze in ploegen in de uitgestrekte veenvelden en ’s avonds werden ze onder bewaking terug naar het kamp geleid. Na 22u gold spertijd en mocht geen gevangene buiten het kamp komen. Louis probeerde tot tweemaal toe te ontsnappen. Telkens werd hij met herdershonden opgespoord. Louis keerde pas midden 1918 terug naar Runkst.
  3. Michel Toudy, afkomstig uit Borgloon, diende als luitenant bij het regiment grenadiers. In de nacht voor Kerstmis 1914 eindigden op vele plaatsen aan het front de vijandelijkheden en kwam het tot een kortstondige verbroedering. Duitse, Britse, Franse en Belgische troepen klommen massaal uit de stellingen en vierden gezamenlijk Kerstmis. Maar niet iedereen juichte het Kerstbestand toe. Toudy schreef vanuit de loopgraven bij Diksmuide in zijn dagboek: “Que font nos grands chefs ici? Ils ne font rien pour faire arrêter ce scandale et ce premier pas vers la germanisation.” Met walging zag hij de “eerste stap naar de verduitsing”. Toudy raakte in 1917 gewond bij een granaatinslag in de loopgraven en overleed op 19 juli in het ziekenhuis van Hoogstade.

De provincie Limburg verzamelt in de komende maanden nog meer verhalen van de gewone Limburger over WO I. “We zoeken kleine getuigenissen, documenten en voorwerpen die in schoendozen en koekjestrommels worden bewaard”, aldus Igor Philtjens. Iedereen kan hiervoor terecht op het Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed (PCCE).

Alle WO I-verhalen en originele stukken staan op http://www.europeana1914-1918.eu